De voorbije twee weken hebben we veel bijgeleerd over ons lichaam. Waar is ons hoofd? Waarmee kunnen we kijken, ruiken, proeven, voelen? Hoe groot zijn we? ....
Kijk maar even mee.
We kijken eens goed naar ons zelf.
Hoe zien we eruit?
Welke kleur van haar heb ik? Welke kleur van ogen?
Waar staan onze ogen, neus, mond en oren?
Kleef ze op de juiste plaats.
We maken een puzzel van ons zelf.
We maken een gezicht met een kartonnen bord.
De mond: stempelen met een wattenstaafje.
Hoe groot ben ik? Vergelijken met blokken. Wie is de grootste? Wie is de kleinste? Maak de toren even groot zoals jij.
Hoe groot zijn we? Vergelijk jezelf met de toren.
Luisteren naar de opdracht: teken een hoofd, wat hebben we nodig om te kijken, ruiken, praten?
Teken de buik, wat hebben we nodig om iets te nemen, te wandelen?